De natuur is de leermeesteres van de kunst. Of nog simpeler gezegd: niemand maakt iets mooiers dan Moeder Natuur. Als portretschilder kan ik genieten van kleur. Hoe een kunstenaar 2 kleuren naast elkaar zet, en daardoor diepte kan creëren of de suggestie kan wekken dat er een gezicht op het doek staat. Maar wat de natuur voor elkaar krijgt, tart in ieder geval mijn verbeelding.
Het heeft geen zin om hier 85 verschillende vogelsoorten te gaan benoemen met ieder hun eigen kleuren en vormgeving, dus blijf ik maar bij de vraag: “waarom?” Waarom heeft een IJsvogeltje een blauwe jas aan met daaronder een oranje trui? Waarom heeft een Boomklevertje een zwarte streep over z’n oogjes, alsof ’t als kleine dief uit een cartoon is geslopen? Waarom heeft een Goulds Amadine een verenkleed alsof ‘ie dwars door een regenboog is gelopen? Moeder Natuur laat in een Bijeneter heel goed zien waarom oranje zo mooi staat naast blauw en laat op een Puttertje haar finesse zien door héél even een klein okergeel penseelstreekje op z’n vleugels te plaatsen. Het blijft fascinerend om te zien, en als iemand het antwoord weet op de vraag “waarom”, dan houd ik me aanbevolen.
Ondertussen geniet ik dichter bij huis van al het kleins dat op onze vogelvoederpaal terecht komt. Van de Koolmees met z’n zwart mutsje tot het Roodborstje tot aan het Winterkoninkje met z’n staart heerlijk eigenwijs omhoog. Het blijven prachtige beestjes die Moeder Natuur stuk voor stuk prachtig ontworpen heeft.