Ben je een zelfrespecterende portretschilder, dan ken je Frans Hals (1582/1583 – 1666). Hij geldt als een van de belangrijkste Oude Hollandse Meesters in de portretkunst. Natuurlijk schilderde hij ook schutterstukken en groepsportretten, maar hij was vooral bekend om twee dingen: zijn meesterlijk losse toets en het leven in zijn portretschilderingen. In zijn tijd werden vooral statige en verstarde portretten geschilderd. Niemand lachte. Maar kijk je naar een portret van Frans Hals, dan zie je beweging, je ziet een lach. Dat, in combinatie met een vlotte en losse penseelstreek maakte zijn werk immens vernieuwend. Ook werkte hij zijn schilderijen niet af. Liet de losse penseelstreken gewoon staan en verbond ze niet met elkaar. Ongekend voor die tijd!
Veel bekende schilders kwamen zijn werk bekijken. Denk aan Manet, Monet, maar ook Vincent van Gogh:
‘Wat is het een genot zo’n Frans Hals te zien, wat is ’t heel iets anders dan de schilderijen – er zijn er zóó veel – waar zorgvuldig alles op dezelfde wijze is gladgestreken.’
Ik kom regelmatig in het Frans Hals museum in Haarlem. Als fan van zijn werk. Helaas is de afstand nèt niet makkelijk genoeg om iedere week te gaan, anders was dat zeker het geval geweest! Heerlijk museum en ik geniet echt van zijn losse penseelstreken, maar ik val ook achterover van verbazing over hoe hij de kledij van de geportretteerden maakt. Heel gedetailleerd en kleurrijk, maar toch los genoeg om zijn hand erin te herkennen. Ongelofelijk sterk.
De eerste keer dat ik een zijn werk zag, was in het Rijksmuseum in Amsterdam. We waren onderweg naar de Nachtwacht van Rembrandt, maar halverwege de Eregalerij viel mijn oog plots op “De Vrolijker Drinker”. Die baard. De losse toets in de haren die dansen over het doek. De felrode kleur op z’n wangen en in z’n handen. Ik zou ’t niet durven? Hij doet ’t gewoon.
Natuurlijk ben ik daarna doorgelopen naar de Nachtwacht (Rembrandt is natuurlijk ook één van mijn helden), maar naderhand toch nog stiekem weer even teruggelopen naar Frans Hals.